

Kijk omlaag, Sammy, kijk omlaag!
‘Zoekt u iets?’ Ik schuifel door City richting de bieb, mijn ogen strak op de plavuizen gericht. Het is de schoonmaker me vanaf zijn bezemwagen toeroept. ‘Ja,’ antwoord ik opgetogen: ‘fossielen!’ Ik wijs naar een bruinige plek op de vloer en stel me voor dat hij die al duizenden keren geprobeerd heeft weg te poetsen. ‘Fossielen?’ Hij klautert van zijn bezemwagen en buigt zich over een ammoniet, een soort slakkenhuis. ‘O, een schelp!’ In zijn stem hoor ik hetzelfde ontzag dat