top of page

Niet het uitzicht waar ik voor betaald heb


Mia van Doorn zat voor het raam. Ze hees aan haar sigaret. Niet beheerst, dat merkte ze zelf ook wel. Dat hoefde niemand - ik herhaal Niemand!- haar te vertellen. Nijdig tikte ze de askegel af in de sanseveria die haar uitzicht belemmerde en nam weer een lange trek. Ten slotte stond ze op en tikte met haar ring tegen het raam. Het was geen trouwring, want trouwen, daarvoor was ze teveel een vrijbuiter. En bovendien had hij haar nooit gevraagd. Als hij haar gevraagd had, had ze er best serieus over willen nadenken, maar hij had haar nooit gevraagd. Omdat hij een verstandig mens was, die haar beter kende dan zij zichzelf. Eenmaal getrouwd zou ze binnen de kortste keren de benen hebben genomen. Dat had ze nu ook al gedaan, zonder trouwring. Bovendien, wat stelde het huwelijk tegenwoordig nog voor? Zo kende ze een bruid, die het met grote regelmaat deed met de ceremoniemeester. Ook ver na het huwelijk nog. Ja, niet neuken hoor, dat vond ze iets tussen man en vrouw. Een afweging die zij, in haar staat, niet hoefde te maken. Zij had het oude leven van zich afgeschud alsof het een oude jas betrof… nee, dat klinkt ondankbaar… Alsof ze uit een cocon kroop… Alsof ze vanuit de sauna de sneeuw instapte, huiverig maar snakkend naar frisse lucht. En dan, euforie, dat je dit durft…. met je blote kont in de sneeuw!

En nu stond dat oude leven voor haar raam. Ze dacht dat ze het achter zich had gelaten, maar het zat haar op de hielen. Niet de man hoor, die bij het oude leven hoorde. Want die man, ik schreef het hierboven al even, was een verstandige man. En verstandige mannen doen verstandige dingen. Die weten wanneer ze hun vrouw moeten laten gaan.

Dat oude leven stond te posten bij de lantaarnpaal. Als zij een stap buiten de deur zette, zou het haar bespringen. Het zou zich aan haar vastklampen, zijn benen om haar middel slaan en zijn armen rond haar nek. Terwijl ze van plan was geweest, vanaf haar eerste vrije minuut, vanaf nu alleen nog maar lol te maken. Als een jong hondje met springerige flaporen en een wiebelstaart. Onvergankelijk plezier. De donkere jaren waren voorbij, de jaren van wachten, van uitzichtloos wachten. In de frisse lucht werd haar borstkas ruimer en ze voelde dat zij de baas van deze borstkas was. Dat zij zelf kon bepalen welke lucht ze inademende en hoeveel. En nu loerde het weer op haar, haar oude leven. Het weten, in je eigen kleine benauwende gedachtenwereld opgesloten te zitten. Nee, dan bleef ze nog liever binnen. Een pakje marlboro binnen handbereik.


Featured Posts
Recent Posts
Archive
Search By Tags
No tags yet.
Follow Us
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page